Aansprakelijkheid bij verenigingen en stichtingen
Cor
06 maart 2019 

Aansprakelijkheid bij verenigingen en stichtingen

Aansprakelijk gesteld worden voor je hobby

 

Van de bestuurder van een stichting of vereniging wordt verwacht dat hij zijn taak goed vervult. Als dit niet het geval is, kun je privé aansprakelijk worden gesteld voor de gevolgen. Ook bestuurders die geen vergoeding krijgen voor hun werk, lopen dit risico.
Tevens kun je voor fouten van medebestuurders aansprakelijk gesteld worden. Een uitzondering hierop is “disculpatie”. Dit is echter moeilijk aan te tonen, hiervoor moet een bestuurder aantonen dat hem geen ernstig verwijt treft doordat hem taken zijn toebedeeld die geen betrekking hebben op dat wat is gebeurd én dat hij niet nalatig is geweest in het treffen van maatregelen om de gevolgen van de tekortkoming af te wenden. Een bestuurder hoort betrokken te zijn bij de organisatie en hoort dus op de hoogte te zijn van de financiële gang van zaken en actie te ondernemen bij bijzondere omstandigheden.
In het geval van een vereniging moet de ledenvergadering jaarlijks het gevoerde beleid goedkeuren om decharge te verlenen. Decharge wordt ook aan de penningmeester van een stichting of vereniging verleend wanneer de bestuursvergadering of ledenvergadering de jaarstukken goedkeurt. Daarnaast krijgt vaak ook een vertrekkend bestuurslid decharge van het door hem gevoerde beleid van het nieuwe bestuur. Decharge moet altijd in de notulen vastgelegd worden. Decharge kan nietig verklaard worden als er informatie niet is verstrekt.Er is een onderscheid tussen interne en externe aansprakelijkheid.
De bestuurdersaansprakelijkheid verjaart 5 jaar na het bekend worden van de schade en de bestuurder. Mocht op dit moment de bestuurder nog in functie zijn of minder dan 6 maanden terug zijn afgetreden, dan geldt de termijn van 6 maanden na het aftreden.

Aansprakelijkheid binnen de vereniging of stichting

 

Bij interne aansprakelijkheid is er een ernstig verwijt van het onbehoorlijk vervullen van je taak als bestuurder. De stichting of vereniging kan dan de schade op jou als privé persoon verhalen. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren als je de administratie ernstig verwaarloost of een lening afsluit tegen een veel te hoge rente. Omdat alleen bestuurders namens de stichting of vereniging mogen handelen, moet je hiervoor aansprakelijk worden gesteld door een medebestuurder.

 

Aansprakelijkheid buiten de vereniging of stichting

 

Bij externe aansprakelijkheid gaat het om je aansprakelijkheid naar derden. Externe aansprakelijkheid kan voortkomen uit een onrechtmatige daad, zoals het doen van een aankoop terwijl je weet, of zou kunnen weten, dat de rechtspersoon dit niet kan betalen. Externe aansprakelijkheid kan ook volgen uit het niet inschrijven bij de Kamer van Koophandel, er is dan immers geen vereniging of stichting dus is de bestuurder automatisch altijd privé aansprakelijk.
Een bijzondere vorm van externe aansprakelijkheid is de aansprakelijkheid bij faillissement. De bestuurders van een stichting of vereniging kunnen onder meer aansprakelijk gesteld worden bij een faillissement, als er sprake is van een onrecht.

 

Dit kan bijvoorbeeld in de volgende gevallen:

 

  • Er wordt geen (juiste) administratie bijgehouden, geen jaarrekening opgemaakt of een onjuiste voorstelling van zaken gegeven in de jaarrekening
  • Er niet wordt vergaderd of er geen notulen worden opgemaakt van de vergaderingen
  • Er worden onverantwoorde beslissingen genomen of gemaakte afspraken worden onvoldoende op schrift gesteld
  • Een greep uit de kas
  • Zwart geld ontvangen of betalen, bijvoorbeeld het zwart betalen van personeelsleden
  • Het niet voldoen aan eisen uit een subsidie
  • Het verwaarlozen van de kredietbewaking en geen aandacht besteden aan onbetaald gebleven rekeningen
  • In situaties van dreigende betalingsonmacht selectief betalen van crediteuren, en daarmee benadelen van andere crediteuren
  • Het stellen van onevenredig grote zekerheden ten behoeve van leveranciers
  • Het handelen in strijd met de statuten
  • Onvoldoende deskundigheid of besluiteloosheid van bestuurders, zoals het niet aanvragen van een faillissement.
  • Het verstrekken van financiering aan derden of bestuurders zonder zakelijke voorwaarden zoals rente en zekerheden.

 

Zo voorkom je aansprakelijkheid

Omdat je ook hoofdelijk aansprakelijk bent voor de fouten van andere bestuursleden, is het belangrijkste dat je de andere bestuursleden kunt vertrouwen. In de statuten kun je vaak je taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden vinden. Staan die daar niet in, vraag er dan naar. Ook is het belangrijk dat je het huishoudelijk regelement kent.
Als je een bestuursfunctie overneemt en tot de conclusie komt dat je voorganger zaken niet goed heeft achtergelaten, leg dit dan vast. Dit kun je (laten) opnemen in de notulen van de bestuursvergadering en je kunt bij een vereniging de ledenvergadering schriftelijk informeren.
Het is belangrijk dat de boekhouding op orde is, dat er tijdig een jaarverslag wordt gemaakt en dat er tijdig een algemene ledenvergadering wordt gehouden als dat van toepassing is. Laat de ledenvergadering decharge verlenen voor het gevoerde (financiële) beleid.
Als er financiële transacties aankomen die groot zijn in verhouding tot de financiële middelen, laat dan een jurist meekijken bij de overeenkomst. Grote financiële transacties kunnen ook los voorgelegd worden aan de ledenvergadering.
Om er zeker van te zijn dat alle besluiten die worden genomen rechtsgeldig zijn, is het belangrijk te werken volgens de statuten en reglementen van de stichting of vereniging.

 

Je kunt je ook verzekeren

Het bestuur van een stichting of vereniging kan besluiten een bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering af te sluiten. Hiermee ben je verzekerd tegen schade die het gevolg is van zowel interne als externe aansprakelijkheid. Je privévermogen is daardoor beschermd. De verzekering dekt aansprakelijkheid ontstaan door onbehoorlijke taakvervulling van jezelf of een medebestuurder en aansprakelijkheid door een onrechtmatige daad. Ook vermogensschade en juridische procedures vallen onder de verzekering. Ook schade die ontstaan is door fouten uit het verleden kan gedekt zijn, als het voorval bij de ingangsdatum van de verzekering nog niet bekend was bij de verzekerde. De verzekering keert niet altijd uit.

Wat bijvoorbeeld niet gedekt is:

  • Schade die met opzet is veroorzaakt;
  • Schade die alleen bestaat uit een boete of dwangsom;
  • Ongerechtvaardigde bevoordeling;
  • Schade die ontstaat doordat er geen verzekeringen zijn afgesloten of verzekeringen niet zijn betaald.
  • Schade die ontstaat door vermogensdelicten, zoals diefstal, afpersing, verduistering, fraude of betrof.

 

Zo zie je maar weer dat vrijwillig niet altijd vrijblijvend is.

 

Op jouw financieel succes, 

 

Machiel Keet, 

Word lid van het gratis boekhoudplatform voor de zzp’er 

– Auteur van het boek “Ik heb niets met cijfers” 

– Administratie uitbesteden: Administratiekantoren Gere-geld 

– Hèt online boekhoudpakket voor de zzp’er, Gere-geld. 

– Ken je iemand die een administratiekantoor wil starten? 

 

Het is onze missie om bij te dragen aan jouw levensgeluk door je financieel succesvoller te maken. Ken jij iemand die financieel succesvoller wil worden? Dan horen wij dat graag. Aanbevelingen van u, zijn belangrijk voor ons. 

Starter? Download dan ons GRATIS E-book met herkenbare situaties, valkuilen en tips. 

Over de schrijver
Cor
Reactie plaatsen